Wanneer je voor het werk al ruim 2,5 miljoen kilometer op de weg hebt afgelegd is het niet zo vreemd dat je af en toe ook in aanraking bent gekomen met de politie. En dan bedoel ik niet alleen de boetes en flitsers, maar ook de man of vrouw in uniform. Overigens heeft mijn vader in 40 jaar op de weg slechts een handjevol boetes verzameld. Dus wat dat betreft: (blauw) petje af!
Ik zal de (soms zeer terechte) boetes van mijn vader hier niet allemaal toelichten. Ik houd het dit keer bij twee ‘contactmomenten’ met de politie, die toevallig plaatsvonden in dezelfde week zo’n 12 jaar geleden. Op een maandag mocht mijn vader weer naar Amsterdam, dit keer een RVS-bierbuffetblad afleveren met de bus. Ook toen was het druk in de hoofdstad en het parkeerprobleem is blijkbaar ook van alle tijden. Dus ja, gevarenlichten aan en zo snel mogelijk alle spullen afleveren. Voor de zekerheid ook maar de deuren open laten staan, zodat het duidelijk om laden en lossen gaat. Op het moment dat hij voor de laatste keer binnen staat in het café wordt hij gewezen op de politieagent die een bon aan het uitschrijven is. Naar buiten gaan helpt al niet meer, de agent is vastbesloten: bekeuring! Op deze plek mag namelijk niet geparkeerd worden, en ook laden en lossen is niet toegestaan. Nog voordat de bon is uitgeschreven komt er een Porsche aanrijden die precies achter de bus parkeert. Zodra de bon voor mijn vader klaar is loopt de agent naar de Porsche, kijkt ernaar en loopt verder. Er gebeurt niets. ’s Avonds aan de keukentafel leer ik maar al te snel dat als ik later pooier word, dan kom ik overal mee weg in Amsterdam!
Voor ze het weten rijden ze achter een agent aan, dwars door de stad, rode stoplichten negerend en over de busbaan
Vervolgens is het woensdag. Mijn vader en een collega vertrekken naar Leiden om in het centrum een RVS-keukenblad in te meten. Navigatie bestond al wel, maar nog minder ontwikkeld dan dat we nu kennen. Het lukte de navigatie dan ook niet om hen de goede kant op te wijzen. ‘De weg vragen’ was de enige, maar zeer sociale, overgebleven optie. Nog kwaad vanwege de boete op maandag, waagt mijn vader het toch om een motoragent de weg te vragen. Nieuwe stad, nieuwe kansen zullen we maar zeggen. Hij laat het adres zien en de agent kijkt bedenkelijk. Hij weet waar het is, maar hij weet niet hoe hij de route uit moet leggen. Zijn conclusie: rijd mij maar achterna! Voor ze het weten rijden mijn vader en zijn collega achter een agent aan, dwars door de stad, rode stoplichten negerend en over de busbaan. Ze zien mensen omkijken die zich afvragen wat er aan de hand is. Mijn vader begint te lachen. Deze boetes zijn voor zijn collega, want die rijdt deze keer! Achteraf blijkt de afgelegde route ook nog eens boetevrij te zijn. Midden in het centrum stopt de agent en zwaait dat ze de bestemming bereikt hebben. Dit hadden ze zonder hulp nooit gevonden, dus een bedankje is wel op z’n plaats. Ze hebben alleen niets voorhanden, of toch wel? Zonder schaamte overhandigt de collega van mijn vader een bedrukte Franke-pennenset…. Goede reclame, en dan bedoel ik natuurlijk voor de politie als beste vriend hè! ;-)