Op het moment dat ik een paar jaar geleden hoorde dat mijn neef zelfmoord had gepleegd, vond ik een soort rust. Het was een prettige gedachte dat het leven niet eeuwig duurt, dat er een einde aan zit. Totdat mijn vader begin dit jaar ingepland ging worden voor een openhartoperatie. Ineens zag ik iemand van 60 jaar die het leven nog niet moe was, in tegenstelling tot een jongen van 28 een paar jaar geleden. Dat bracht me wel even in de war.
Normaal vertel ik anderen als zij mij vertellen over een aanstaande operatie dat het wel goedkomt. Dat we goede zorg hebben in Nederland en dat we vertrouwen moeten hebben in de artsen. Het is echt een ander verhaal als je dat tegen jezelf vertelt. Daarnaast herinner ik me de gesprekken aan tafel over orgaandonatie nog. Mijn vader wilde per se donor zijn want hij was veel onderweg en daarmee was het risico op een dodelijk ongeluk hoger. Dus waarom maak ik me druk om zo’n operatie waar de artsen bovenop staan, maar niet elke dag om het feit dat mijn vader weer in de auto stapt?
Vanaf eind mei kon mijn vader opgeroepen worden voor zijn operatie en we zaten er klaar voor. Begin vorige week was het dan daadwerkelijk zover. Het lijkt niet zo lang, maar toch heb ik, al dan niet onbewust, zeven weken lang rekening gehouden met de operatie. Het aantal afspraken heb ik beperkt en bij elke afspraak schiet toch even door je hoofd of het wel door kan gaan of zelfs dat het dan misschien allemaal al wel achter de rug is. En na een paar weken was ik daar helemaal klaar mee, ik begon zelfs een beetje te klagen over de zorg. Toen we vorige week eenmaal in het ziekenhuis waren zag ik pas hoeveel mensen geholpen willen (of moeten) worden, hoe hard het personeel moet werken en hoe weinig geld er is. Dat optellend en nu de ingreep bij mijn vader ook nog eens geslaagd is laat ik dat klagen over de zorg maar achterwege.
Nu is het tijd om het heen en weer rijden achter ons te laten. Ook al heb ik dagen niks gedaan in het ziekenhuis, het is toch vermoeiend en het is niet per se een inspirerende omgeving. Mijn vader mag gaan revalideren en ik ga mijn uitgestelde afspraken met veel plezier inhalen. En mocht iemand het zich nog afvragen: natuurlijk ben ik vanaf mijn 18e donor en hoop ik dat men hier voorlopig nog geen gebruik van hoeft te maken. Toch is het een geruststellende gedachte dat ooit mijn tijd komt. Dat maakt het leven nog meer waard!